Textielondernemer Julie Lietaer: 'Met alleen bosjes planten redden we het niet' | De tijd

2021-11-17 09:06:00 By : Ms. Jessica Liang

Hoewel ze nog veel conservatisme ziet in de textielsector, is de tijd dat de jonge ondernemer Julie Lietaer alleen stond in haar missie om het te verduurzamen voorbij. 'In 2050 zijn alle textielproducten in de wereld duurzaam en circulair, hoop ik. We kunnen ambitieus zijn, nietwaar?'

Een oorverdovend geluid weergalmt in de fabriek van de European Spinning Group in Spiere-Helkijn in West-Vlaanderen. Bijna schreeuwend door haar mondmasker leidt Julie Lietaer ons langs tientallen machines die garens spinnen van lange strengen vezels. Voor een buitenstaander lijken alleen de kleur en dikte van de garens op de klossen te variëren. In werkelijkheid gaat het om verschillende soorten polyester, acryl, katoen, viscose, etc. voor het weven en breien van tapijten, kleding, meubelstoffen, gordijnen en technisch textiel.

Van maatschappelijk verantwoorde investeringen tot circulaire productieprocessen, duurzaamheid is verweven in elk onderdeel van succesvol ondernemen. Als je vandaag een bedrijf wilt runnen, kun je het beste nadenken over de samenleving van morgen.

Hoe maken pioniers als Illy coffee en Patagonia van duurzaamheid een verdienmodel? Waar maakt textiel-CEO Julie Lietaer het verschil? En kan beton duurzaam zijn?

Het tijdschrift 'De Pioniers. Ze durven te kiezen voor duurzaamheid.'. Deze zaterdag gratis bij De Tijd. Ontdek alle pioniers op time.be.

'Dit is een garen dat we met #hackyourjeans spinnen van gerecyclede jeansstof', zegt Lietaer. In het magazijn duwt de jonge textilienne, die samen met haar vader het familiebedrijf runt, ons een plukje vezels van een oude spijkerbroek in de hand. 'De spijkerstof wordt bij onze leverancier in de shredder tot vezels vermalen. We spinnen ze hier tot nieuwe garens, die worden gebruikt om hoogwaardige stoffen te weven voor schoenen en kleding, tapijten, tentdoeken, handdoeken... In de twee jaar dat we hieraan werken, hebben we al 75 ton gerecycled jeans. Een deel daarvan wordt verwerkt door HNST, een circulair jeansmerk.'

Voor Lietaer is het slechts het begin van een kleine revolutie in de textielindustrie, die nog steeds een van de meest vervuilende ter wereld is. De 38-jarige handelsingenieur maakt al enkele jaren furore als ambassadeur voor duurzaamheid en circulaire productie in de textielwereld. Om die missie uit te dragen, richtte ze eind vorig jaar Ariadne Innovation op, een start-up die bedrijven wil helpen om duurzamere en circulaire producten te maken. 'Die inzet zit al heel lang in het familiebedrijf, onder meer door het terugdringen van productieafval en energieverbruik. Maar als lid van de jonge generatie heb ik daar een prioriteit van gemaakt. Nu is het een passie.'

Julie Lietaer: 'Er zijn vier punten in de levenscyclus van textiel. Om met de productie te beginnen: een grondstof als katoen verbruikt enorme hoeveelheden water. Voor de afwerking, zoals schilderen en coaten, wordt veel water en chemicaliën gebruikt. Wassen - thuis en industrieel - heeft ook een zware ecologische impact. Het vierde punt is: wat gebeurt er aan het einde van het leven van een lapje stof?'

'Ook op het gebied van CO2-uitstoot doen we het niet goed. Textiel, mode en schoenen zijn verantwoordelijk voor 5 procent van de uitstoot. Uit onderzoek van de Ellen MacArthur Foundation blijkt dat als we blijven produceren en consumeren, we in 2050 de 25 procent zullen bereiken. Er moet dus iets gebeuren. En met struiken alleen redden we het niet. Dat is goed als marketingstunt.'

Lietaer: 'Zeker, je moet de hiërarchie volgen: verminderen, hergebruiken, recyclen. Eerst moeten we gewoon minder consumeren. Dat klinkt een beetje vreemd vanuit een ondernemer, maar toch. Dan probeer je een product opnieuw te gebruiken: als je een kledingstuk beu bent, gooi het dan niet weg, maar kijk eerst of iemand anders het nog kan dragen. Dat is de reden van het succes van de Vinted-app (een online marktplaats voor tweedehandskleding, red.), of van kringloopwinkels en rommelmarkten.'

'Maar er is nog steeds een grote onderstroom van textiel dat niet kan worden hergebruikt of doorverkocht. 75 procent hiervan wordt verbrand of belandt op een afvalberg in Afrika. Dan komt recycling in beeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen upcycling en downcycling. De tweede - de vezels worden bijvoorbeeld verwerkt tot poetsdoeken of isolatie in auto's - heeft de laagste prioriteit, maar is nog altijd beter dan de vezels te verbranden. Met #hackyourjeans willen we de gerecyclede vezels een tweede leven geven in gelijkwaardige producten: nieuwe broeken, nieuwe schoenen, nieuw interieurtextiel. De katoenvezels van de jeans alleen zijn niet voldoende, die moeten we verrijken met andere vezels, zoals eco-viscose of gerecyclede polyestervezels.'

Lietaer: 'Daarom werken we bij #hackyourjeans alleen met stoffen die voor minimaal 90 procent katoen bevatten. In theorie kun je alle grondstoffen uit één stuk textiel scheiden, maar dat kost veel. Een belangrijke evolutie is gaande met de Fibersort-technologie van onder meer de West-Vlaamse Valvan Baling Systems, die via spectroscopie de vezels van elkaar kunnen scheiden. Het staat nog in de kinderschoenen, maar het is de toekomst. Bedrijven zullen deze machines alleen kopen als ze een voldoende rendement op hun investering behalen. Dat zal alleen het geval zijn als de markt groot genoeg is voor elke afzonderlijke materiaalstroom.'

Lietaer: 'Het is in elke branche belangrijk. De overheid is de enige die de ecologische lat voor alle bedrijven kan evenaren door middel van verplichte normen. Door de milieukosten te internaliseren, loont het om hierop te besparen door middel van innovatie.'

'Ik zie meerwaarde in een terugnameplicht voor kledingproducenten, zoals voor huishoudelijke elektrische apparaten of matrassen. Een dergelijke verplichting leidt tot innovatie. De eerste gerecyclede matrassen zijn al op de markt. Al kun je recycling pas opleggen als de technologie er klaar voor is.'

'Hoe groter de geografische regio waar die normen gelden, hoe beter. Daarom is de Europese Green Deal zo belangrijk. De overheid moet niet alleen normen opleggen, maar ook het goede voorbeeld geven. De Nederlandse defensie wilde dat een groot deel van haar handdoeken uit gerecycled katoen zou bestaan. Dat was de eerste vonk voor #hackyourjeans.'

Lietaer: 'Ze komt van alle kanten tegelijk. Het is een systemische ommekeer. Bij veel banken of beleggers krijg je geen geld meer als je niet duurzaam bent. Ook de consument verandert snel. Generatie Z (geboren tussen circa 1995 en 2010, red.) wordt wakker. Ze realiseert zich dat we niet meer kunnen consumeren zoals we dat al decennia doen. Paradoxaal genoeg is het ook de generatie die zich graag laat zien via Facebook, Instagram en TikTok, telkens in een nieuwe outfit. Kortom, snelle mode op snelle media. Dat verklaart het succes van Vinted: je kunt het je duurzaam veroorloven om veel kleding te hebben die je kort draagt. Die trend zal zich voortzetten. De grote merken zijn genoodzaakt om duurzame starters als HNST te volgen. De verandering komt pas echt tot stand als grote groepen zoals de Zara-moeder Inditex en H&M anders inkopen.'

Lietaer: 'Daar ben ik van overtuigd. Inditex wil de helft tot 100 procent van haar omzet halen uit de Join life-collectie, die gericht is op duurzaamheid en circulariteit. Op de website van Zara vind je informatie over de productiemethode, de materialen, de leveranciers... Voor deze collecties werken ze enkel met biokatoen, eco-viscose, gerecycled polyester en tencel (een duurzame vezel gemaakt van eucalyptushout, red. ), en ze verzamelen kleding die niet meer wordt gebruikt. Inditex beheert de certificaten van de materialen in haar hele toeleveringsketen. Het maakt zelfs gebruik van blockchain (digitaal register waarin transacties worden bijgehouden, red.) om namaak te voorkomen.'

'Critici zeggen vaak dat het greenwashing is, maar het verandert wel iets. Je kunt niet verwachten dat grote bedrijven in één keer van 0 naar 100 procent duurzaamheid gaan.'

Lietaer: 'Lokale initiatieven om snijafval tot nieuwe kleding te maken in de sociale werkplaats om de hoek staan ​​gelijk aan biologische landbouw. Dat zijn prachtige projecten, maar je kunt er nooit mee concurreren met H&M of Zara. Een merk als HNST kan zich wel meten met de grote spelers. Als HNST-jeans hetzelfde kosten als Levi's of Diesel-jeans, er net zo modieus en sexy uitzien en de belofte van extra transparantie en duurzaamheid hebben, waarom zou de reguliere consument daar dan niet voor kiezen?'

Lietaer: 'De 75 ton jeans die we met #hackyourjeans tot garen hebben verwerkt, is nog steeds erg niche. Maar onze collectie groene gerecyclede garens groeit met 150 procent per jaar. Het wordt een steeds belangrijker onderdeel van onze totale productmix.'

'In het circulaire verhaal is het belangrijk om een ​​product zo te ontwerpen dat het vanaf het begin ecologischer is. Vreemd genoeg hebben we al 40 jaar zo'n product in ons assortiment: vezels in de massa ingekleurd. Textiel wordt nog voornamelijk geweven van witte garens, waarna het in grote baden wordt geverfd. Dit waterverspillende en chemisch vervuilende proces kun je voorkomen door de vezels tijdens de productie in te kleuren, zodat de garens, stoffen en kleding direct de juiste kleur hebben. Bovendien kosten deze garens minder en zijn ze beter bestand tegen verkleuring tijdens het wassen.'

Julie Lietaer stond de afgelopen twee jaar in de spotlights met #hackyourjeans, een platform waarop de garenproducent de krachten bundelt met andere textielspelers in binnen- en buitenland om de vezels van oude jeans te recyclen tot nieuwe stoffen en eindproducten. Het begon in het najaar van 2019 met een opdracht voor het Nederlandse leger om denim (katoen) van oude spijkerbroeken te upcyclen voor badlinnenproducent Jules Clarysse en ESG, het familiebedrijf van Lietaer. Inmiddels zijn er een twintigtal textielbedrijven actief op het platform. De jeans wordt eerst ontdaan van ritsen, knopen en labels en vervolgens versnipperd tot vezels. Het spint ESG tot garens voor gebruik in hoogwaardig textiel, gecertificeerd met het onafhankelijke Remo-label. Inmiddels is er al 75 ton jeans ingezameld en 'gehackt'.

Lietaer: 'De grote weverijen, vaak in Azië, zijn daar niet op ingericht. Hun businessmodel draait om wit textiel en het verven van stukken. Deze verandering vereist zware investeringen. Het blijft een niche, ook omdat niet alle materialen, zoals katoen, in de massa kunnen worden geverfd.'

Lietaer: 'We zijn voorbij de fase van de pioniers en de start-ups. Het zit al in de familiebedrijven. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat veel bedrijfsleiders moeite hebben om zich te presenteren als duurzame ondernemers. Er is nog steeds een conservatieve reflex in de textielwereld. Dat voel ik ook persoonlijk: 'Duurzaamheid in textiel? Dan moet je bij Julie Lietaer zijn.' Ik heb de luxe gehad om vanuit het familiebedrijf de wereld rond te reizen en te zien wat leveranciers, kenniscentra en machinebouwers doen. Zo doe je veel kennis op en zie je de potentie.'

'Maar het moet van één ambassadeur komen. We hebben het Ariadne Innovation-ecosysteem opgericht om bedrijven te begeleiden, inspireren, informeren en verbinden op hun pad naar meer duurzaamheid. Jongeren zullen de komende vijf jaar doordringen tot de niveaus waar strategische keuzes worden gemaakt. Ik hoop dat in 2025 20% van de textielproducten in de wereld duurzaam en circulair is, 50% in 2030 en 100% in 2050. Ook al zal dat moeilijk zijn. (lacht) We kunnen ambitieus zijn, nietwaar?'

Lietaer: 'Ik denk het wel. Ook zij moeten voorbij een paradox gaan. De energiesector wil toe naar groene energie en weg van kernenergie. Dat is de langetermijnvisie. Maar om daar te komen, moeten we eerst gascentrales bouwen die op fossiele brandstoffen werken en extra CO2 uitstoten. Ik zie daar geen probleem in als het het uiteindelijke doel kan bereiken. Dergelijke afwegingen zijn waar bedrijfsleiders goed in zijn. En dat is wat ik wil doen. Ik wil niet per se op de barricades staan ​​of een beeldenstormer zijn, maar gewoon laten zien dat je met innovatieve industriële producten impact kunt hebben.'